Ga naar de inhoud

Ten slotte

Op maandag 1 juli herdenken we dat de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen in 1863 is afgeschaft. Het is goed dat we stilstaan bij het leed dat velen toen hebben doorgemaakt. Dat mensen destijds zijn opgejaagd en gevangengenomen, in erbarmelijke omstandigheden werden vervoerd, werden gescheiden van hun partner en/of kinderen, zijn verhandeld, als slaaf hard moesten werken, werden geslagen, misbruikt en gedood. We danken de Heere dat Hij deze slavernij gestopt heeft. Hij verbrak het juk waar mensen onder gebukt gingen en bevrijdde hen uit slavernij (vgl. Lev. 26:13). Daarnaast denken we aan en bidden we voor personen en families van wie voorouders destijds tot slaaf zijn gemaakt en bij wie dit nog steeds doorwerkt in hun leven, gezin en familie. Bijv. dat men van huis uit het gevoel heeft meegekregen dat witte mensen beter zijn dan jij als donkere mens. Dat er niet gepraat werd/wordt over gevoelens en het verleden. Dat (voor)ouders er niet voor hun kinderen konden zijn waardoor hechtingsproblemen zijn ontstaan, etc. Dat we zo meer oog en begrip mogen hebben of krijgen voor onze volksgenoten en onze broeders en zusters die dit betreft. (ds. Speksnijder)
Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad