Er is nu even een adempauze in Den Haag. Maar het land wacht in spanning af, want we leven in een tijd van aftasten en het zoeken naar een nieuwe coalitie. Er zijn zoveel haken en ogen. Wie kan met wie door één deur? Wie is bereid om te nemen, maar ook te geven? Een uitgestoken hand of hakken in het zand? En misschien wel de belangrijkste vraag: wie zullen straks onze nieuwe bewindslieden zijn, onze ministers? Ik heb gehoord van een minister die heel bekwaam is. Hij valt niet op door mooie woorden of grote beloftes, maar door zijn karakter. Zijn opleiding heeft hij gevolgd aan een koninklijk opleidingsinstituut, en men zegt dat zijn geest scherper en edeler is dan die van velen om hem heen. Hij is niet corrupt en heeft geen strafblad. Polarisatie is hem vreemd, hij sluit niemand uit, hij spreekt met vriendelijkheid en leeft onberispelijk. Wat hem nog meer onderscheidt: hij bidt. Op vaste tijden vouwt hij zijn handen en zoekt hij de leiding van boven. Hij laat zich niet leiden door angst voor andere ministers die hem misschien niet mogen. Zelfs koninklijke aanbiedingen van eer en aanzien slaat hij vriendelijk af. Hij zoekt geen macht, geen roem, alleen trouw in zijn taak. Hij doet zijn werk met dezelfde toewijding als de engelen in de hemel. En op het moment dat hij in de leeuwenkuil wordt geworpen, staan diezelfde engelen hem bij. Wat zou het een zegen zijn als ons land straks bestuurd wordt door zulke ministers, mensen met een rein hart, vaste overtuiging en een biddend leven. Laten we daarom onze handen vouwen en de Heere smeken om zulke leiders voor ons land. Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad