…en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen (Joh. 10). In Syrië zag eens een reiziger hoe drie herders hun kudden bij één bron lieten drinken. Het leek wel één grote kudde en hij vroeg zich verbaasd af hoe na het drinken elk schaap weer bij de juiste eigenaar zou komen. Hij dacht dat dit wel op een grote verwarring zou uitlopen. Maar het viel enorm mee. Toen alle schapen gedronken hadden, hoorde hij een herder roepen: ‘Men-ah’, dit is Arabisch voor: ’Volg mij!’ Direct na deze roep zonderde zich een dertigtal schapen af en volgden de herder die geroepen had. De tweede herder deed precies zo. Ook hij kreeg zijn eigen schapen weer achter zich. De schapen die overschoten, waren voor de derde herder. Maar nu wilde de reiziger wel eens een proef nemen. Hij kreeg de mantel, de staf en de hoed van de eerste herder en riep toen: ‘Men-ah, Men-ah’. Er waren wel enkele schapen die hem nieuwsgierig aankeken, maar geen enkel schaap dacht erover om die vreemde herder te volgen. Volgen zij nooit een ander dan u? Vroeg de reiziger. Jawel, zei de herder, maar dat doen ze alleen als ze ziek zijn. Gezonde schapen volgen onder geen beding een vreemde, omdat ze de stem van de vreemde niet kennen. De Heere Jezus gebruikt vaak het beeld van de schaap en de herder om ons iets duidelijk te maken. Kennen wij de stem van de Heere Jezus, en luisteren we ernaar? Zijn we ermee vertrouwd? Als we Bijbellezen, horen we Zijn stem. En elke zondag mogen we het weer horen: Men-ah! Volg Mij!
Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad