We denken aan de zieken (niet altijd met namen genoemd) en hen die elders verblijven. Aan hen die met het gezin moeilijke perioden doormaken. Het is ons gebed dat de Heere hun Herder en Helper is. We bevelen hen aan in Gods hoede. Wie zich door Zijn hand laat leiden, zal niet beschaamd uitkomen. Wanneer er veel op ons afkomt en het stormt op de levenszee, mogen we met de dichter van Psalm 46 zingen:
‘God is een toevlucht voor de Zijnen, Hun sterkt’, als zij door droefheid kwijnen.