Ga naar de inhoud

Ik geloof dat ik geloof…

Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God (Efeziërs 2:8)

Een tijdje geleden sprak ik op huisbezoek een man. Wij raakten al gauw in gesprek over het geloof. Op een gegeven ogenblik zei hij tegen mij: ‘Dominee, u moet niet denken dat ik ongelovig ben… ik geloof wel…!’ Ik vroeg hem: ‘Maar hoe bent u dan aan dat geloof gekomen?’ Het bleef een tijd stil. Op weg naar huis dacht ik: en zo lopen er veel mensen op het kerkelijk erf rond: ze geloven dat ze geloven.

Het is goed, dat wij onszelf de vraag stellen: hoe ben ik nu toch eigenlijk aan mijn geloof gekomen? Heb ik het mijzelf cadeau gegeven of heeft de Heilige Geest mij het geloof in Christus geschonken?

De Heilige Geest ontsteekt het geloof in ons hart. Ik moet denken aan die kaars bij ons op tafel. Al roep ik duizend keer tegen die kaars: ‘Brand, brand.’ Die kaars gaat niet eerder branden dan nadat ik die kaars met een lucifer aansteek.

Zo is het nu ook met geloof: ik kan u duizend keer oproepen tot het geloof in Christus, maar als de Heilige Geest het vlammetje van het geloof in uw hart niet ontsteekt, blijft uw hart donker en duister.

Wat is de waarde van het geloof? Het geloof is het middel waardoor ik aan Christus verbonden ben. Door het geloof neem ik Christus aan en eigen ik mijzelf Christus toe. En door middel van het geloof ontvang ik van Christus de vergeving van mijn zonden en het eeuwige leven.

In het ziekenhuis ligt een man die een ongeluk heeft gehad. In levensgevaarlijke toestand is hij naar het ziekenhuis gebracht. Hij heeft dringend bloedtransfusie nodig. Een zak met bloed wordt door middel van de naald en het slangetje aan de patiënt verbonden. Weldra begint het bloed te stromen. Druppeltje voor druppeltje. En tot je grote verwondering zie je het gebeuren: het bloed wordt in het lichaam opgenomen en de patiënt herstelt.

Als je een paar dagen later aan die man vraagt: wat heeft nu je leven gered? Dan zal hij zeggen: niet dat zakje, dat naaldje, dat slangetje. Nee, ook die kundige dokter niet. Mijn leven is uiteindelijk gered door dat bloed.

Wij worden ten diepste niet gered door ons geloof. Want het geloof is slechts een middel. Wij worden uiteindelijk alleen gered door het bloed van Christus, door dat kostbare en allesreinigende bloed van het Lam van God. Want alleen dat bloed reinigt ons van al onze zonden.

H.J. van der Veen (consulent)